Vanochtend las ik in de ochtendkrant dat het op 21 maart a.s. zo ver is: de 17e miljoenste Nederlander wordt dan verwacht. Of deze geboren zal worden in een kliniek of aankomt per rubberboot via Griekenland, vermeldt het bericht niet. Feit is wel dat de bevolkingsgroei de laatste jaren voor een groot deel via migratie plaatsvindt.

In maart 2001 vierden we dat er 16 miljoen Nederlanders waren en in 1991 waren het er 15 miljoen, die in het jaar 1996 nog vrolijk bezongen werden door het duo Fluitsma & Van Tijn met hun hit “Vijftien miljoen mensen”. De groei gaat dus nog steeds erg hard, zeker als je het vanuit historisch perspectief bekijkt. Het tempo zwakt wel iets af: de sprong van 16 naar 17 miljoen heeft 15 jaar geduurd, terwijl die van 15 naar 16 miljoen tien jaar duurde.

Demografen verwachten dat die afzwakking van het tempo aanhoudt door de vergrijzing en dat we omstreeks 2034 aankomen bij de 18 miljoen Nederlanders. Daarna wordt gerekend op een lichte krimp, wederom vanwege de vergrijzing, maar of dat ook werkelijk gebeurt hangt af van veel factoren waaronder vergrijzing, het geboortecijfer en natuurlijk  immigratie.

Hoe hier tegenaan gekeken wordt verschilt sterk per persoon. De één vindt dat we een ruim en rijk land zijn (de 600.000 Nederlanders die in bittere armoede leven worden dan voor het gemak even vergeten) waar nog wel een paar miljoen man bij kunnen, aan de andere kant van het spectrum heb je de in 1994 opgericht “club van tien miljoen”  die huiveren bij de huidige inwonersaantallen en wijzen op allerlei internationale problemen als gevolg van overbevolking zoals gebrek aan voedsel en water (wereldwijd) of te zware belasting van het milieu (zowel internationaal als lokaal).

Daarnaast heb je nog de factor stress en geweld, die schijnt toe te nemen bij overbevolking. En inderdaad, wie wel eens een voetbalwedstrijd met pupillen heeft bezocht in de afgelopen tien jaar, verbaast zich over gestresste en vaak buitengewoon agressieve ouders, die bij het minste of geringste de “scheids” willen molesteren of in ieder geval verbaal van alles naar het hoofd slingeren, terwijl de jongens en meisjes in het veld vaak de braafheid zelf zijn. Er is iets vreemds aan de hand in ons land denk ik dan, zonder te kunnen bewijzen dat dit aan de overbevolking ligt.

Het staat me bij dat ik ooit een filmpje zag van een experiment met ratten in een kooi. Eerst zaten er vijf ratten, toen acht en dat ging allemaal prima. Liefjes schuifelden ze om elkaar heen en er werd niet gevochten om het voedsel. Totdat de 10e of de 12e rat in dezelfde kooi werd geplaatst: de dieren werden ineens een stuk agressiever en bijterig. Ze vlogen elkaar bij het minste of geringste aan. Zou het bij mensen ook zo zijn?

hildebrandschool nieuw
In de zesde klas van de lagere school, jaargang 1970- 1971. Ik sta achteraan, derde van rechts.

Mijn eigen volstrekt willekeurige referentiepunt, is het jaar 1970 toen ik in de zesde klas van de lagere school zat. Er waren toen 13 miljoen Nederlanders. Het komt me voor dat het toen een stuk prettiger en ruimtelijker was dan nu, dat de weiden nog wat groener waren, de stranden nog wat breder, etc., maar dat is waarschijnlijk de menselijke eigenschap om de eigen jeugd te idealiseren.

Overigens is 1970 in Nederland een keerpunt geweest: vanaf dat jaar begon de migratie een grotere invloed te krijgen op de bevolkingsgroei en zwakte het natuurlijke geboortecijfer af (het einde van de babyboom na WO2). Sindsdien houden het geboortecijfer en het batig saldo van migratie elkaar ongeveer in evenwicht als factoren voor bevolkingsgroei, al staat het aantal natuurlijke geboortes nog steeds wel iets hoger dan het aantal immigranten.

Hoe het ook zij, 13 miljoen Nederlanders, dat lijkt mij een heel mooi streefcijfer. Wat minder files en wat minder milieuvervuiling. En wie weet wordt het dan weer ietsje relaxter langs de voetbalvelden. Uiteindelijk zijn wij mensen ook maar gewoon biologische wezens.

Plaats een reactie